Duurzame oplossingen: het antwoord op het rapport Bossuyt
De "Commissie Bossuyt" werd in maart 2018 opgericht om het Belgische terugkeerbeleid te evalueren naar aanleiding van de veronderstelde foltering van Soedanese onderdanen na hun gedwongen uitzetting. Ter herinnering: een delegatie van de Soedanese autoriteiten, die door de toenmalige regering was uitgenodigd, had hen in de gesloten centra geïdentificeerd. Midden september 2020 werd het eindverslag van deze commissie aan de Commissie Binnenlandse Zaken voorgesteld. Op 21 oktober zullen organisaties uit het middenveld in het Parlement gehoord worden.
Verschillende belangrijke kwesties werden niet aangesproken in het verslag: het gebruik van geweld, aanhoudingsprocedures, de erkenningsgraad van volgende verzoeken om internationale bescherming, tekortkomingen in de verblijfsprocedures, de administratieve impasse voor mensen die niet verwijderbaar zijn... Bovendien werden er geen richtlijnen voorgesteld voor de identificatieprocedures, een kwestie die nochtans aanleiding gaf tot dit evaluatieproces.
De commissie toont de wil om zoveel mogelijk mensen (met en zonder verblijfsvergunning) te vervolgen en te registreren om eventuele uitzettingen te vergemakkelijken. Zo wordt voorgesteld om op basis van een algemene databank een reusachtige en huiveringwekkende registreringsmachine op poten te zetten.
In dezelfde geest stelt de commissie voor om de gevangenisstraffen voor onwettig verblijf op te trekken van 3 maanden tot 1 jaar, zodat onderzoeksrechters een aanhoudingsbevel of huiszoekingsbevel kunnen uitvaardigen dat toegang geeft tot de verblijfplaats van personen zonder verblijfsvergunning en hun aanhouding vergemakkelijkt. Afgezien van het duidelijke misbruik van de procedure - aan de kaak gesteld door het College van procureurs-generaal - om mensen zonder papieren op te sporen, is dit een slag in het gezicht van de vele burgers die zich sinds 2017 reeds tegen "woonstbetredingen" verzetten.
De commissie beveelt ook het onder dwang uitvoeren van "leeftijdstesten" aan bij zelfverklaarde niet-begeleide minderjarigen voor wie er een twijfel rond de minderjarigheid bestaat, in weerwil van het advies van de Orde der artsen, die dit soort praktijken onder dwang formeel verbiedt. Dit gaat eveneens in tegen een resolutie van het Europees Parlement van 12 september 2013, die vraagtekens plaatste bij de betrouwbaarheid van dit soort medische tests.
Indien deze aanbevelingen uitgevoerd worden, zullen ze een exorbitante ethische, menselijke en financiële prijs hebben. Alleen al in 2018 kostte het beleid van gedwongen terugkeer 88 miljoen euro[1]. De in het rapport Bossuyt voorgestelde maatregelen zullen bijkomende financiële middelen vergen.
De commissie had als missie om het terugkeerbeleid te evalueren. Geconfronteerd met de vele blinde vlekken in het rapport, het negeren van bepaalde gegevens en feiten en de vooringenomenheid van de commissie, mag het duidelijk zijn dat men niet tot een gedegen evaluatie is gekomen. Omdat de leden van de commissie in feite de werking van hun eigen instellingen moesten beoordelen, dringt de vraag zich op of deze commissie wel tot een echte evaluatie zou kunnen komen. De voorgestelde maatregelen zullen het failliete terugkeerbeleid niet verbeteren, noch voorzien ze in duurzame oplossingen voor de betrokkenen. De gekozen weg is die van repressie, waarbij aanhoudingen en uitzettingen de norm zullen blijven.
Dit is nochtans niet de enige weg; alternatieve oplossingen zijn mogelijk. In december 2019 organiseerde het middenveld de conferentie "Voorbij terugkeer" in het Huis van de Parlementsleden van het Federaal Parlement. Tal van actoren uit zowel de academische wereld, statelijke instellingen als ngo’s, stelden concrete alternatieven voor. Hun aanbevelingen werden aan de regering bezorgd. Het is hoog tijd om hier gevolg aan te geven!
[1] Kamer van Volksvertegenwoordigers, QRVA 3294/028, 11/12/2018, p.17, https://www.lachambre.be/FLWB/PDF/54/3294/54K3294028.pdf