Samen stilstaan bij onze missie

Aan het einde van vorig jaar vierden we Kerst. Dat we dit feest konden vieren met de vrijwilligers die ons bijstaan, was een buitengewoon mooie ervaring. Tegelijk gaf het een wrang gevoel dat we niet konden vieren met de mensen voor wie we werken: migranten die opgesloten zijn.

JPEG - 78.1 kio

Onze gedachten waren wel bij hen. We hielden een groepsgesprek over de vraag hoe we migranten beter in onze werking kunnen betrekken (geen sinecure als ze opgesloten zijn). We deelden onze ervaringen in de gesloten centra en bespraken hoe we het best het gesprek aangaan met onze familie, vrienden en kennissen over menselijkheid, gastvrijheid en inclusie. Of we nog kunnen praten over een gepolariseerd onderwerp als migratie – en hoe dan? Die vraag blijven stellen lijkt me nog belangrijker dan het debat over migratie zelf.

Vóór de maaltijd gingen we allemaal naar buiten om een kaars te branden. Omdat moderne brandalarmen zelfs bij het kleinste vlammetje op hol kunnen slaan, deden we dat buiten. De kaars was gemaakt door mensen die opgesloten waren in Brugge. Het was nodig om eens samen aan hen te denken. De bezoekers waren het voorbije jaar getuige geweest van schendingen van de mensenrechten. Als je iemand probeert bij te staan die keer op keer naar de luchthaven wordt gebracht om tegen zijn wil op een vliegtuig te worden gezet, is dat hard. Dat blijft aan je plakken. Samen proberen we daaruit te geraken. Een manier te vinden om te reageren als elke reactie fout lijkt. De emotionele klappen die mensen krijgen in gesloten centra, mee op te vangen. Samen. Zo wordt het ondraaglijke een klein beetje draaglijker, verschijnt er een beetje menselijkheid op een onmenselijke plaats.

Als we ons een seconde moegestreden voelen, laten we ons dan deze avond herinneren. Het brandalarm mag ons in de kou jagen, we zullen altijd een plek vinden – desnoods in de donkerste hoekjes – waar onze kaars kan flakkeren.

Dennis Van Vossel
communicatieverantwoordelijke