Vergeet de goede geur van de kolibrie niet

Naar aanleiding van zijn twintigste verjaardag heeft JRS Belgium aan enkele vroegere medewerkers gevraagd om eens terug te kijken op hun ervaring met onze organisatie. Vandaag is het de beurt aan Jean-Baptiste Roy. De Fransman werd in 1986 geboren in de Vendée. In 2013 ging hij naar het noviciaat van de Sociëteit van Jezus. In het kader daarvan werd hij in 2014 naar Brussel gezonden om gedurende drie maanden bij JRS Belgium te werken.

Kun je ons je ervaring bij JRS Belgium beschrijven?
Mijn noviciaatservaring in Brussel, in de herfst van 2014, was gespreid over twee plaatsen waar het heel belangrijk is dat je ten dienste staat van de kleinsten: JRS Belgium en ATD Vierde Wereld. Elke week ging ik twee dagen op bezoek in de detentiecentra van Zaventem en Brugge en had ik diverse bezigheden bij ATD in Molenbeek (straatbibliotheek, tekenworkshops enz.). Bij JRS leerde ik de gesloten centra kennen en met Marie en Pieter-Paul, die ik vergezelde, leerde ik luisteren naar de van verdriet, vreugde en angst doortrokken verhalen van degenen die daar verbleven. Telkens als ik ’s avonds naar mijn communiteit terugkeerde, was er een beetje van mijn menselijkheid achter die hoge tralies gebleven. Door die ervaring bij JRS leerde ik ook de immense kloof kennen die soms bestaat tussen de wet en de werkelijkheid van ons leven. In die tijd vond ik de Dublin-verordening het toppunt van absurditeit. Voor de overtuigde Europeaan die ik was en nog steeds ben, was dat pijnlijk. Het werk en de bezieling van JRS doorstraalden die ervaring echter met veel hoop.

Hoe ziet je leven er tegenwoordig uit?

Ik ben nog altijd jezuïet en studeer wijsbegeerte en theologie in Parijs. Ik ben ook aalmoezenier in een handelsschool. Een verblijf van twee jaar in Burundi (2018-2020) heeft op mijn prille jezuïetenleven een sterke stempel gedrukt. Ik heb daar de schoonheid van het onderwijs in onze scholen in Bujumbura ontdekt. De aanwezigheid bij die jongeren blijft mijn verlangen verdiepen en vervullen om Christus altijd met nieuwe vreugde te dienen. Met de kansarme kinderen uit mijn buurt, op de heuvels rond Buja, hebben we voetbalploegen gevormd: een ruimte om te spelen, te groeien en broederlijk met elkaar te leren omgaan.

Wat heeft JRS in je leven veranderd?

JPEG - 896.8 kio

Mijn ervaring bij JRS heeft diepe indruk op mij gemaakt. Toen ik terug op het noviciaat kwam, werd me gevraagd de zaken eens op een rijtje te zetten. Ik moest schrijven over wat ik had beleefd; de omvang en de stijl mocht ik zelf kiezen. Ik besloot toen een verhaaltje voor kinderen te vertellen, waarin ik probeerde te schrijven over het werkelijke leven in de gesloten centra en over de absurditeit ervan op menselijk vlak. In dat verhaaltje wordt de hoofdrol gespeeld door een kolibrie die de gedetineerde verschoppelingen bezoekt en zijn heerlijke geur bij hen achterlaat. De ervaring die ik bij JRS opdeed, heeft me de moed gegeven om de mensen rond mij uit te leggen dat de vreemdeling de naaste is die ik heel dringend moet leren kennen. Ik denk dat kinderen veel dingen kunnen begrijpen en ons wakker kunnen schudden als het zover komt dat we instemmen met het onrecht in onze wereld.

JRS heeft het over ‘op stap gaan’ met de mensen. We staan tot hun dienst en vergezellen ze op hun tocht. Wat betekent dat vergezellen voor jou?

Ik houd heel veel van het evangelieverhaal van de Emmaüsgangers. Voor mij staat dat symbool voor wat vergezellen betekent. Op stap gaan met anderen en zich openstellen voor een aanwezigheid in hen en in ons eigen diepste innerlijk. Die aanwezigheid verwarmt ons, brengt ons bij elkaar en doet ons met vreugde naar de anderen gaan. Bij JRS betekent dat vergezellen zowel voor jezuïeten als voor medewerkers, vrijwilligers en gezinnen, ook dat ze zich laten vergezellen door de vluchtelingen zelf.

Jean-Baptiste Roy SJ