Mijn vrouw en ik willen onze talenten zo graag inzetten in België.
Elf jaar geleden moest ik Pakistan ontvluchten omdat ik er als christen vervolgd werd. Ik leefde er voortdurend in angst na beschuldigingen van godslastering. Mijn asielverhaal werd niet geloofd door de Belgische autoriteiten. Ik begrijp nog steeds niet waarom. De nodige bewijzen ontbreken, zeiden ze me. Ik probeer nu al jaren deze bewijzen hard te maken, maar de afstand, de angst van getuigen, de noodzaak om discreet te werk te gaan zodat niemand in gevaar wordt gebracht en de coronacrisis stellen mij voor een onmogelijke taak.
Ondanks alle onzekerheden zette ik mijn leven hier verder. Ik trouwde met een vrouw van Pakistaanse origine en we kregen twee kinderen. Onze zoon gaat sinds kort naar school, en ons dochtertje is net 1 jaar geworden. Mijn vrouw is opgeleid als verpleegkundige, maar mag door het gebrek aan papieren niet aan de slag. Zelf ben ik kok.
Mijn vrouw en ik willen onze talenten zo graag inzetten in België. Een win-win situatie zou je zeggen: het zijn immers twee knelpuntberoepen. Ik spreek intussen vlot Nederlands en we zijn goed geïntegreerd in onze buurt.
Samen met onze advocaat dienden we een regularisatie om humanitaire redenen in. Deze aanvraag gebeurt via de gemeente die vele weken de tijd neemt om de aanvraag door te sturen naar de Dienst Vreemdelingenzaken. De wachttijd van minstens een jaar is begonnen. Het leven van mijn gezin en ik staat “op wacht”. Wat zal de toekomst brengen?