Hoop voor een familie in begeleiding: het verhaal van Ruth en Musu

Wat een wonder dat de mensen dat kleine hoopje hoop met voorzichtige gebaren in hun hand en in hun hart bewaren

Ruth en Musu zijn een moeder en haar tienerdochter. Een paar jaar geleden kwamen ze vol hoop op een beter leven naar België, voor een huwelijk. Maar de man – een vriend van de familie in het thuisland – bood hen niet de veilige haven waarop ze hoopten. Integendeel. Ze verbraken alle contact en verhuisden. Met hulp van vrijwilligers van de organisatie Hand-in-Hand Gent hielden ze het hoofd boven water.

Vandaag werken Ruth en Musu aan hun kwetsuren als gevolg van het gedwongen verhuizen, verwrongen relaties en het moeten achterlaten van geliefde familieleden. Terwijl ze Nederlands leren, leren lezen, schrijven en fietsen proberen ze hun onverwerkte trauma’s een plaats te geven.

JRS Belgium helpt hen binnen het project ‘Plan Together’ om hun situatie te regulariseren. Op een dag krijgen ze het goede nieuws dat ze om humanitaire redenen legaal in België mogen blijven. Ze springen een gat in de lucht. Hun vreugde is vermengd met verdriet, omdat hun oma in hun thuisland dit niet meer mag meemaken. Ze zijn ontzettend dankbaar voor de vele mensen die hen op dit pad hielpen. De gemeenteambtenaar die het goede nieuws van de regularisatie brengt, kijkt met grote ogen naar de vreugde die zich uit in een spontaan loflied.

Wanneer ik Ruth vraag hoe ze het al die tijd is blijven volhouden, zegt ze dat haar geloof haar hielp: geloof in God maar ook geloof in zichzelf. En in de mensen die op haar weg kwamen om te helpen. Soms was het moeilijk, omdat ze bang was dat hulp vragen ertoe zou leiden dat haar kind uit huis geplaatst zou worden. Maar stilletjes aan kreeg ze vertrouwen in de vrijwilligers, in JRS Belgium en in andere hulpverleners. Ze leerde dat ze mét haar zijn en niet tegen haar. Ze heeft geleerd van haar fouten en weet dat hoop zonder inzet niets waard is. Ze blijft moedig, ook onder moeilijke omstandigheden.